Coniferen, dennen en sparren
Een Japanse notenboom meestal geënt op stam. De kruin hangt niet zoals de cultivar G. ‘Pendula’ met de takken tot op de grond. Hij dijt uit en groeit meer in de breedte. Zoals de naam al suggereert: parapluvormig.
Als Ginko Biloba 'umbrella' doch met geelwitte lijnen.
Een hoge, matig groeiende, groene, kegelvormige jeneverbes met een overvloed aan groene, later zwarte bessen in het najaar. Deze soort kan door zijn slanke groei een goede haag vormen.
Een traag tot matig en piramidaal groeiende conifeer met blauwachtige naaldjes. Deze cultivar is geschikt voor elke grond en standplaats. Op arme zandgrond behoudt hij wel beter zijn mooi gesloten vorm.
De wilde, matig groeiende jeneverbes met een slanke tot onregelmatige groeiwijze en met grijsgroene naalden. Er verschijnen eveneens zwarte jeneverbessen in het najaar (alleen aan de vrouwelijke planten!).
Een vlak groeiende jeneverbes met groene naaldjes die perfect als grondbedekker kan worden gebruikt. Deze varieteit stelt weinig eisen aan de grond en kan, indien nodig, gesnoeid worden. De soort is traag tot matig groeiend.
Als Juniperus chin. ‘Stricta’ doch nog slanker van vorm.
Een vlak groeiende jeneverbes met mooi grijsachtig loof. Hij stelt weinig eisen aan de grond en kan indien nodig worden gesnoeid. Het is een traag tot matig groeiende variëteit.
Een matig groeiende, zeer plat uitgroeiende, spreidende conifeer met schitterend zilvergrijs loof. Deze variëteit kan perfect als bodembedekker gebruikt worden. Stelt weinig eisen aan grond en standplaats. Snoeien kan te allen tijde.